Gisteren terug aan de brouwketel mogen staan 🙂 . Een Kassuul Dolce Via was het plan (trouwe proevers 🙂 kennen dit wel, het Kassuul honingbier 🙂 . Dus werd er duchtig gemaischd (drietraps temperatuur), traag gefilterd (zonder pompen, natuurlijk debiet voor de ‘filtrage’) om daarna het wort te koken. En dat is wat je op de korte video ziet. Borrelend koken zodat de slechte smaakmakers uit het (toekomstig) bier kunnen verdampen (en de lekkere smaken overblijven 🙂 ). Tijdens het koken (mee door de hop die toegevoegd wordt) gaan de proteïnen (eiwitten) klonteren waardoor ze in de fase na het koken (met een koelspiraal om het wort naar 22°C te brengen, vervolgens filteren en aanzetten met de gist) mooi van het (toekomstige) bier kunnen gescheiden worden (of toch zo veel mogelijk. Voor het filteren gebruiken we een ‘lauterhexe’ (een metalen spiraal waar het propere wort stilletjes kan doorlopen maar de ‘trub’ (het ‘geklonter’ zeg maar 🙂 ) blijft hangen. Ook zie op de video de ‘hopspider’ een metalen koker met een hele fijne gaaswand waar de hop ingaat om zo mee te koken en zijn bitterheid en/of aroma (of beide 🙂 ) kan afgeven. Helemaal volgens plan belandde 48 liter wort in het vergistingsvat (met een SG van 1062) waar dan (na de hoofdvergisting) nog een kilo acaciahoning wordt aan toegevoegd om zo op een biertje uit te komen van 8,1%. En denk niet dat een honingbier ‘suikerbier’ 🙂 is, de honing vergist zo goed als helemaal uit en wat blijft is een bier met hoppigheid maar ook een zachte toets :-), favoriet bier van het vrouwelijke proefpanel 🙂